Sitenieuws

Vervolg ontwikkeling FT-OT-HA-samenwerking

Vervolg ontwikkeling FT-OT-HA-samenwerking

door Verwijderde gebruiker -
Aantal antwoorden: 0

Doel: opzetten multidisciplinaire samenwerkingsverbanden / producten die effectiever, kwalitatief beter en goedkoper zijn dat de optelling van de "solo producten".

Voorbeeld: voor veel problematiek bewegingsapparaat ( rug / nek / artrose / enz) zijn intensieve "symptom guided exercise"programma's.  Belemmerende factor: PIJN. Dan komt de HA in beeld voor de behandeling en of communicatie anesthesie / radiologie, enz.  Dit moet met de juiste communicatie effectief gaan werken. 

Omdat ik dat niet alleen kan heb ik de ELO tehulp gevraagd.

een aantal in een bepaald onderwerp, bijv. artrose, geinteresseerde FT/Ha vormen een expertgroep. Deze groep werkt volgens de nieuwste (EBM) bekende gegevens en programmeren dat. Alle overbodige onzin gaat over boord.

De verschillende expertgroepen hebben een vertegenwoordiger in de Stuurgroep, die weer het geheel aanstuurt, contacten onderhoud met de 2e lijn, verzekeraars enz.

Ik moet zeggen dat het me erg veel tijd kost, maar wel leuk en het gaat me lukken.

Hieronder een verslag van een bijeenkomst,  niet verplicht leesvoer, maar meer om de sfeer te proeven.

Belangrijke problemen: een aantal FT's voelen zich in hun autonomie aangetast, dit is niet de bedoeling, ze moeten die autonomie gebruiken maar ook waarmaken Verder komt er minder brood op de plank, denk alleen maar aan de "Keele Start Back Tool".

Ik ben met verzekeraars in bespreking dat de hogere kwaliteit en kostenreductie voor de verzekeraar niet ten koste mag gaan van inkomens verlies van de FT en OT.

Hebben jullie een idee, hoor ik het graag.

Naast het verslag(hieronder) nog een Exel bijlage, uitkomst vragenlijst

Groet,  Ronald

Verslag oriënterende bijeenkomst samenwerking huisartsen, fysio- en

oefentherapeuten te Vlaardingen

Datum:

10 mei 2012

Aanwezig:

Hatin Baran (ha), Yvonne van de Bergh (ot), Jolanda Dekker (ft), Huub van den Ende (ft), Ron Fernhout (ft), Jolanda Hoogenraad (ft), Michel Kanters (ft), Josée van de Kooij (ot), Selina det Otter (ft),  Xander Polderdijk (ot), Patrick Scheer (ot), Nico Speksneijer (ft),

Ronald Vervoort (initiatiefnemer),Tineke Bolsius(sr. adviseur ELO, vz),Sandra van Det-Voogt(jr. adviseur ELO, verslag)

Afwezig:

Met bericht: Erwin Huiszoon (ft), Remko Lupker (ft), Debbie Liekens (ft), Hans Maintz (ft), Jane Peterzon (ot), Marianne de Roon (ft), Rob Vergeer (ft), Wietske Vervoort (ft), Mark van der Voort (ft), Marjan Zwetsloot (ot)

Zonder bericht: Evert van den Broek (ha), Pieter Hamming (ft), Robert Harris (ha), Marieke IJzerman (ha), Chantal Jung (ft), Mariska Meijer (ft)

Locatie:

ELO te Naaldwijk

Ha= huisarts, ot = oefentherapeut, ft= fysiotherapeut.

 

1. Welkom

Na opening en welkomstwoord vanTineke Bolsius(ELO) licht Ronald Vervoort (ha) het initiatief voor deze oriënterende bijeenkomst toe.

Fysio-/oefentherapeuten en huisartsen hebben veel kennis, die met elkaar samengevoegd effectiever en efficiënter kan worden ingezet. Neem als voorbeeld artrose. Bewegen en trainen zijn goed, maar de pijn is een bezwaar. De fysiotherapeut mag geen pijnstilling voorschrijven; de huisarts wel, maar dan is samenwerking nodig.

Het doel van dit initiatief is het creëren van nieuwe producten. Het gaat dus om méér dan het huisarts-fysiotherapeut overleg.

 

2. Resultaten inventarisatie

Tineke Bolsius rapporteert dat de 26 zorgverleners die interesse hebben getoond voor dit initiatief een vragenlijst hebben ontvangen met 7 vragen over samenwerking. ELO heeft

12 ingevulde lijsten ontvangen. De conclusies op basis van de inventarisatie zijn als volgt:

 

  • 26 huisartsen, fysio- en oefentherapeuten geïnteresseerd
  • 11 daarvan sterk gemotiveerd/positief t.o.v. netwerk
  • breed scala aan specialisaties
  • belangrijkste argumenten: meerwaarde van samenwerking en ontwikkelingen in en rond het vak
  • belangrijkste twijfels: angst voor teveel overleg, onderlinge verhoudingen en angst voor verlies van autonomie
  • verwachtingen van initiatieffase:

  - inzicht in mogelijkheden van netwerk,

  - in plan van aanpak daarvoor

  - in motieven van collega’s

  • aan eind initiatieffase:

  - meerderheid: principebesluit om door te gaan met gesprekken over vorming van
    netwerk,

  - minderheid: besluit netwerk op te zetten (intentieverklaring)


3. Welke kansen voor zorg en samenwerking?

Ronald Vervoort vertelt dat de zorgverzekeraars naar verwachting in de toekomst alleen evidence-based behandelingen willen vergoeden. Hij wil graag met een groep huisartsen, fysiotherapeuten en oefentherapeuten evidence-based werken.

Hij denkt aan een stuurgroep met een expertgroep, die onderwerpen uitwerkt zoals bijvoorbeeld behandeling van:

  • artrose (i.v.m. toenemende vergrijzing)
  • rugproblemen (stenose): trainen, mits pijnvrij, versus opereren. In de UMC’s van Maastricht en Amsterdam wordt op dit gebied al een aanpak  ontwikkeld, o.a. door

      prof. dr. Maarten van Kleef.

  • oncologie-patiënten: winst in quality-of-life door bewegen. Op dit gebied bestaat al e.e.a. Jolanda Dekker (ft) is lid van een oncologisch netwerk.
  • valpreventie. Hatin Baran (ha) vertelt over de valpoli in het ziekenhuis waar patiënten langs een geriater, fysiotherapeut en verpleegkundige gaan. Daar wordt bij hen 3x de val-anamnese afgenomen en 2x onderzoek gedaan. De patiënt trekt dit niet. Verder staat of valt de poli met de capaciteit van de fysio. Valpreventie kan ook en beter in de eerste lijn worden opgezet.
    • bewegen voor kinderen.

 

Een ander voorbeeld is: Keele University in Engeland heeft een vragenlijst met 9 vragen ontwikkeld voor patiënten met lage rugklachten. Zie ook: http://www.keele.ac.uk/sbst/
Op basis van deze vragen worden patiënten ingedeeld in 3 categorieën:

  1. low risk:               de grootste groep, die met “een aai over de bol” weer naar huis kan;
  2. medium risk:       gedefinieerde fysiotherapie met instructies;
  3. high risk:              gedefinieerde fysiotherapie met instructies én cognitieve gedrags
                         therapie (evt. door psychosomatische fysio)

Onderzoek heeft aangetoond dat zo op behandeling van de low risk patiënten 30% kan worden bespaard ten opzichte van nu. Als de low risk patiënten niet meer bij de fysio’s komen, zou dat minder inkomsten voor de fysio’s kunnen betekenen. Daarom pleit Ronald Vervoort toch voor 1 behandeling bij de fysio voor deze groep.

De vragenlijst is vertaald en gevalideerd in Utrecht, Maastricht en Amsterdam en wordt reeds op 3 plaatsen in Nederland gebruikt.

 

Verder zijn er grote RCT’s opgezet waaruit blijkt dat als mensen gaat bewegen, het lichaam zich aanpast.

 

Veel informatie over onderzoek is op internet te vinden bv. op Pubmed.com en in de medische bibliotheek van het Erasmus.

 

Ronald Vervoort heeft hele goede ervaringen met samenwerking tussen huisarts, fysiotherapeut en psycholoog en wil z’n collega’s hiervoor enthousiasmeren.

Het voorstel is om groepen van fysio-/oefentherapeuten en huisartsen te vormen, op basis van deze voorbeelden of andere onderzoeksresultaten programma’s te maken en die samen op te zetten.

Degenen die belangstelling hebben getoond maar op deze bijeenkomst verhinderd zijn, krijgen nog een e-mail met het verslag en de vraag of ze mee willen doen.

 

In de aansluitende korte discussie wordt het volgende opgemerkt.

  • Josée vd Kooij (ot) vraagt zich af in hoeverre de bedoelde manier van bewegen past bij de manier waarop zij oefentherapie geeft. Ronald Vervoort licht toe dat in het protocol met name de duur van het bewegen wordt vastgelegd, de manier waarop is minder van belang. Als fysio-/oefentherapeut is vooral de coachende rol belangrijk.
    • Hatin Baran (ha) wil weten wat evidence-based is aan deze werkwijze.
    • Huub vd Ende (ft) vraagt zich af of bewegen wel evidence-based is, omdat er ook artikelen zijn die anders beweren.
    • Ron Fernhout (ft) stelt voor met elkaar hiernaar te kijken en vast te stellen wat wij onder evidence-based practice verstaan, welke klinische expertise we in de groep hebben en deze bundelen.

 

4. Pauze en netwerken

 

5. Is er een gedeelde ambitie? Zo ja, welk doel?

Na de pauze krijgen alle aanwezigen de gelegenheid een reactie te geven op wat ze tot nu toe gehoord hebben. De gemaakte opmerkingen zijn:

  • interesse, goed initiatief
  • zie nog niet helemaal hoe een product gemaakt wordt
  • goed als door afspraken en dezelfde kennis van ha en ft stappen makkelijker worden
  • er is veel info beschikbaar; hoe te selecteren?
    ðinternet: Pubmed; huisartsen hebben code om medische bibliotheek van Erasmus te raadplegen. Het wordt ook deels pionieren.
  • Maak een shortlist van de specialiteiten en interessegebieden van de zorgverleners en kijk op basis daarvan wie aan welk onderwerp zou kunnen/ willen werken
  • Tevens een adressenlijst maken
  • Laten we ons pro-actief opstellen naar zorgverzekeraar
  • Laten bezinken; zie nog geen link naar kinderoefentherapie
  • Zie meerwaarde voor zorgverzekeraar nog niet bij patiënten met a-specifieke rugpijn
    ðde low risk patiënten gaan slechts 1x naar de fysio.
  • Het samen maken van een protocol heeft meerwaarde
  • Voor kwaliteit van zorg is evidence based practice nodig. Als dat uniform wordt gemaakt, dan weet ik als huisarts welke behandeling een patiënt krijgt. Uniformiteit is belangrijk.
  • We moeten doelen vaststellen. De uitdaging zit in het maken van een goed en meetbaar product waarin iedereen zijn identiteit kan behouden. Uitgaan van elkaars kwaliteiten.
  • Wil graag iets praktijkoverstijgends doen, bij voorkeur m.b.t. ouderen. Graag samenwerken. Tijd meest belemmerende factor.
  • Samenwerken is een middel; doelen vaststellen. In elkaars keuken durven kijken. Ik ga bij RGF aan de slag met de portefeuille kwaliteitsbevordering en heb een kenniskring bij de Hogeschool Rotterdam welke beide van pas kunnen komen. Graag verder over brainstormen.
  • Bevorderen van samenwerking tussen disciplines, zoeken naar evidence based practice met eigen expertise. Wil bijdragen.
  • Autonomie belangrijk. Sommige onderzoeken zijn flinterdun. In hoeverre moet een ieder zich conformeren aan de visie van de groep?

 

Patrick Scheer vraagt zich af in hoeverre de nieuwe producten tegen de richtlijnen zouden ingaan en hoe daarmee om te gaan.Tineke Bolsiuslicht toe dat je gemotiveerd van de richtlijnen mag afwijken.

 

De rol van ELO is in deze initiatieffase van het project het begeleiden van het proces en het schrijven van een beknopt plan van aanpak. Voor de volgende, voorbereidende fase, zullen nieuwe afspraken worden gemaakt.

 

6. Verdere aanpak

Gezien het voorgaande wordt geconcludeerd dat er draagvlak en enthousiasme is voor het plan.

Als onderwerpen worden vooralsnog artrose en lage rugpijn gekozen.

Ronald Vervoort zal per email nog een voorstel voor 5 onderwerpen rondsturen. Verder zal hij z’n collega-huisartsen benaderen voor dit project.

 

De op te richten stuurgroep gaat de communicatie naar DSW onderhouden. In de toekomst gaat DSW selectiever contracteren. Ze zijn bereid te praten over een vergoeding om de fysio-/oefentherapeut te compenseren voor het lagere aantal behandelingen van low risk rugpatiënten.

Als we transparant kunnen maken welke behandeling een patiënt krijgt, dan zal een huisarts bovendien sneller naar een deelnemende fysio- of oefentherapeut verwijzen.

 

Verzoek aan allen om collega’s te informeren over het bundelen van kennis van fysio-/oefentherapeuten en huisartsen en na te gaan of in de eigen omgeving een groepje van huisarts, fysio- en oefentherapeuten kan worden gevormd.  

 

Als er nieuws is, laat het weten aan ELO. Daar wordt alle informatie verzameld.

 

7. Rondvraag & sluiting

Hatin Baran laat weten dat haar collega’s Paul Stigter en Jorien van den Doel, huisartsen, ook geïnteresseerd zijn.

De bijeenkomst wordt om 18.45 uur gesloten.

 

 

 

 

 

__________________________________________________________________________

Besluiten- en actiepuntenlijst

 

nr.

besluit / actiepunt

door wie

deadline

1.

verslag bijeenkomst naar degenen die verhinderd waren en vragen of ze mee willen doen.

T.Bolsius

gebeurd

2.

adressenlijst van geïnteresseerden maken

T.Bolsius

gebeurd

3.

Op basis van lijst van specialiteiten/interesses van zorgverleners nagaan wie aan welk onderwerp kan/wil werken.

T.Bolsius

 

gebeurd

4.

Voorlopige onderwerpen: artrose en lage rugpijn

 

 

5.

Collega-huisartsen benaderen voor dit project.

R.Vervoort

8-6-2012

6.

Collega’s informeren over bundelen kennis van ft, ot en ha en nagaan of in de eigen omgeving een groepje ha, ft en ot kan worden gevormd

allen

8-6-2012

7.

Voorstel voor 5 onderwerpen e-mailen

R.Vervoort

12-6-2012

8.

Plan van aanpak schrijven

T.Bolsius

20-6-2012

9.

Doelen vaststellen, afspreken wat wordt verstaan onder evidence based practice, programma’s maken en deze gezamenlijk opzetten

allen

31-12-2012

10.

Stuurgroep taak o.a. communicatie met DSW

 

31-12-2012

11.

Als er nieuws is, dit laten weten aan ELO.

allen

Voortdurend

12.

Alle info verzamelen

ELO

voortdurend